zondag 1 mei 2016

As in tas - Jelle Brandt Corstius














Hugo Brandt Corstius heb ik maar één keer ontmoet. Dat was bij een filmvertoning voor genodigden. Hij kwam pas binnen toen de film al begonnen was en probeerde in het halfduister een zitplaats te vinden. De chaotische manier waarop dit gebeurde veranderde de sfeer van de bijeenkomst totaal. Alle aanwezigen moeten gedacht hebben: hier gebeurt iets anders. Na afloop raakte ik met hem in gesprek en ging menige collega over de tong. Hierbij maakte hij zich meester van een fles rode wijn en riep hij: ‘Ik drink altijd rode wijn! Als ze in een restaurant aan mij vragen wat voor rode wijn ik wil drinken, zeg ik altijd: kan me niet schelen als het maar rood is!’ Anders dan de meeste andere genodigden was Hugo Brandt Corstius aan het eind van die bijeenkomst nog net zo energiek als aan het begin. Na afloop zag ik hem buiten een doorgezakte fiets bestijgen. Aan de bagagedrager hing iets wat ooit een fietstas moet zijn geweest. Hij moest behoorlijk kracht zetten om vooruit te komen en ik zag hem langzaam voorbij de donkere gracht manoeuvreren, uiteraard zonder verlichting. Enige jaren later nam de duisternis bezit van zijn geest. Hij overleed in 2014.

Nu heeft zoon Jelle Brandt Corstius een boek over zijn vader geschreven getiteld As in tas. Het is een verslag van de fietstocht naar Zuid-Frankrijk die hij maakte om de as van zijn vader uit te strooien in de Middellandse Zee. De reis verloopt niet altijd even comfortabel. Zo vermeldt Jelle bijvoorbeeld dat hij op zijn reis een fietsbroek draagt. Die broek zorgt er weliswaar voor dat hij geen last heeft van zadelpijn, maar ook dat zijn "lul gevoelloos" wordt. Hij plaatst wat hij over het Nederlandse landschap opmerkt in contrast met Frankrijk en Rusland, maar wat hij zegt had ik zonder fietstocht door Frankrijk en verblijf in Rusland ook wel kunnen bedenken. 

Ik ben As in tas gaan lezen omdat ik geïnteresseerd ben in de vraag in hoeverre het publieke imago van Hugo Brandt Corstius overeenkomt met hoe hij zich in het persoonlijke leven gedroeg. Ik krijg bij lezing niet de indruk dat er een groot verschil is geweest tussen zijn publieke en persoonlijke optreden. Jelle schrijft:

Als het je niet kan schelen wat andere mensen van je denken, dan hoef je jezelf ook niet te verdedigen of anderen proberen te overtuigen. Zo zat hij in elkaar.   
Of dit helemaal waar is, weet ik niet: toen ik Hugo Brandt Corstius ontmoette, was er zojuist een kritisch artikel over hem verschenen in een weinig gelezen weekblad. Ik herinner me niet meer hoe het ter sprake kwam, maar ik kreeg de indruk dat hij nogal geraakt was door dat artikel. Over zijn vermogen om de gevoelens van anderen te duiden zegt dat overigens niets.

Een liefdevol portret schildert Jelle niet van zijn vader. Dat lijkt ook niet mogelijk als je leest wat hij over de man te vertellen heeft:
Als mensen kwaad werden was hij volgens mij het gelukkigst.
Niets kon Hugo meer ergeren dan wanneer zijn zoon zich conformeerde aan de omgeving:
Voor hem was het een principe om je juist niet aan de regels te houden. De wereld diende zich aan hém te conformeren.
Terloops laat Jelle zich ontvallen dat zijn vader vaak vertelde dat hij geen kinderen wilde. Jelle noemt zijn vader een wonderlijk stripfiguur, maar als lezer zou je eerder de omschrijving kiezen die Jelle gebruikt om zijn geslachtsdeel na een lange fietstocht mee aan te duiden. 
De meeste mensen kenden mijn vader van zijn columns, maar zijn echt liefde was spelen met woorden.
Met deze bewering lijkt Jelle een onderscheid te willen maken tussen Hugo’s columns en zijn taalkundige boeken, maar volgens mij overheerste het spelelement in beide genres. Dat is ook precies de reden waarom de columns van Hugo Brandt Corstius mij nooit konden boeien: al dat gegoochel met  pseudoniemen, ideetjes en meninkjes leek me te wijzen op een enorm gebrek aan werkelijkheidszin. Het lezen van As in tas heeft die indruk alleen maar versterkt. 

Wanneer Theo van Gogh, met wie Hugo een polemiek voerde, wordt vermoordt, treft Jelle zijn vader verslagen aan: 
Hij staarde wezenloos voor zich uit. Zou het nu pas tot hem doordringen dat je mensen ook kunt kwetsen met woorden? 
Ik vermoed dat Hugo zich vooral gerealiseerd moet hebben dat er ook in zijn deel van de wereld mensen rondlopen die niet in de pen klimmen als ze iets onder ogen krijgen waar ze het niet mee eens zijn, maar naar een pistool grijpen. Het lijkt erop dat hij zich niet van deze werkelijkheid bewust was. Zou hij nooit van Salman Rushdie hebben gehoord? Jelle schrijft: 
Voor hem waren woorden niet echt; geen wonder dat hij er zo graag mee speelde.
Ik denk dan: geen wonder dat ik voor die spelletjes nooit belangstelling kon opbrengen. 

As in tas is geschreven in een bedaarde stijl. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het moment waarop Jelle Brandt Corstius zijn tekst schrijft. De tijd dat zijn vader begon te dementeren ligt twee jaar achter hem. ‘Voor het eerst in mijn leven ben ik volkomen gelukkig,’ schrijft hij nu.

As in tas
bevat geen gedenkwaardige zinnen. Ik kreeg voortdurend de indruk dat ik geen boek, maar een artikel in een weekblad aan het lezen was (waar overigens niets tegen is). De indruk van een artikel werd nog versterkt door de geringe omvang van As in tas, want het boekje bevat 152 bladzijden en heel wat bladzijden worden gebruikt voor hoofdstuktitels en illustratiemateriaal of zijn gewoon blanco. De journalistieke inslag van het boekje blijkt ook uit de verwijzingen naar personen uit de media. Die naar Eddy Wally en Mart Smeets kon ik nog begrijpen, maar van Yolanthe Cabau van Kasbergen had ik nog nooit gehoord. Ik heb het uitgezocht en ze blijkt een celebrity te zijn: iemand die niets kan, maar beroemd is omdat ze beroemd is. Ik mag haar dus nu weer vergeten.

Jelle Brandt Corstius is zelf trouwens ook beroemd: hij wordt op zijn reis voortdurend door Nederlanders herkend en die brengen hem steeds in verband met Rusland. Dit is blijkbaar zijn publieke imago. Dit was mij ook niet bekend. Zoals ik al schreef: ik ben As in tas gaan lezen omdat ik geïnteresseerd ben in de vraag in hoeverre het publieke imago van Hugo Brandt Corstius overeenkwam met hoe hij zich in het persoonlijke leven gedroeg. Op die vraag heb ik voldoende antwoord gekregen, maar ik zou niet weten of As in tas ook interessant zou kunnen zijn voor mensen die geen bijzondere belangstelling hebben voor vader en zoon Brandt Corstius.

Jelle Brandt Corstius
As in tas

152 bladzijden

Das Mag 2016

1 opmerking:

  1. Ken je deze bespreking: http://www.dereactor.org/home/detail/affectieve_vlakheid/?

    BeantwoordenVerwijderen